nieuwe leefbaar inkomen referentieprijs voor Indonesische koffieboeren 

nieuwe leefbaar inkomen referentieprijs voor Indonesische koffieboeren 

leefbaar inkomen referentieprijs voor Indonesische koffieboeren
De nieuwe vrijwillige prijs, die ontwikkeld werd met de hulp van lokale koffie-experts, toont aan dat een stijging van 26% boven op de huidige marktprijzen noodzakelijk is voor boeren in de Indonesische Atjeh-regio. 

Fairtrade heeft een nieuwe leefbaar inkomen referentieprijs geïntroduceerd voor koffie uit de Indonesische Atjeh-regio, als onderdeel van de voortdurende wereldwijde inspanningen om boeren te beschermen tegen marktfluctuaties en om hen in staat te stellen om een fatsoenlijk, duurzaam inkomen te verwerven.  

De aankondiging komt terwijl er zich wereldwijd een positieve prijstrend voordoet, hoewel de dreiging van volatiliteit op de markt voor koffieboeren voortdurend aanwezig is en hun kansen om een fatsoenlijk inkomen te verwerven en behouden in gevaar brengt. Het maakt hen ook kwetsbaar voor allerlei soorten tegenspoed, waaronder armoede.  

“De huidige stijging van de prijzen op de koffiemarkt is bemoedigend en laat zien dat boeren inderdaad beter betaald kunnen worden,” zegt Carla Veldhuyzen van Zanten, Senior Adviseur Duurzame Inkomens bij Fairtrade International. “Maar de volatiliteit van de prijzen zorgt ervoor dat boeren er niet zeker van kunnen zijn dat investeringen in hun boerderij die ze vandaag doen ook in de toekomst zullen lonen.” 

Een leefbaar inkomen zorgt ervoor dat de leden van een huishouden fatsoenlijke huisvesting, voedzaam voedsel, onderwijs, gezondheidszorg en andere essentiële zaken kunnen betalen. Volgens Fairtrade is de leefbaar inkomen referentieprijs wat boeren betaald moeten krijgen om te kunnen investeren in duurzame landbouwpraktijken en om een leefbaar inkomen te verdienen. Er moet dan wel voldaan worden aan andere belangrijke parameters, zoals een levensvatbare grootte van de boerderij en duurzame opbrengsten. In het verleden heeft Fairtrade reeds referentieprijzen vastgesteld voor cacao en vanille en in 2021 lanceerde het de eerste koffie leefbaar inkomen referentieprijs voor Colombia

“Boeren hebben een prijs nodig waarop ze kunnen rekenen,” gaat Van Zanten verder. “Daarom overlegden we met Indonesische experts in de koffie-industrie en boeren om de omvang van een duurzame opbrengst te bepalen en vervolgens berekenden we de prijs die boeren moeten ontvangen voor duurzame landbouw en een fatsoenlijk inkomen voor hun gezin.” 

De koffie uit het Hoogland van Atjeh, op het Indonesische eiland Sumatra, is wereldberoemd om zijn kwaliteit, lage zuurtegraad en biologische productie. Toch blijven koffieboeren in Atjeh ondanks hun goede reputatie financiële moeilijkheden ondervinden. Het onderzoek van Fairtrade bij meer dan 360 koffieboeren uit vijf coöperaties wees erop dat zij in 2020 gemiddeld slechts 40% van een leefbaar inkomen verdienden.  

De nieuwe referentieprijs voor Atjeh – die op dit ogenblik vrijwillig is voor bedrijven die willen werken aan leefbare inkomens in hun toeleveringsketens – wordt ingesteld op 13.600 Indonesische roepia (US$ 0,95) per kilo koffiebessen. Dit is een ‘farmgate’ prijs die rekening houdt met de kosten van de boeren om de landbouwpraktijken te implementeren die noodzakelijk zijn om duurzame opbrengstniveaus te verkrijgen en een leefbaar loon te betalen aan ingehuurde werknemers. Voor koffie uit Atjeh is dit gebaseerd op biologische productie. 

En ondanks de stijging van de wereldwijde marktprijzen sinds 2020, is de nieuwe referentieprijs nog steeds ongeveer 26 procent hoger dan de huidige marktprijzen voor koffie uit Atjeh, die in februari gemiddeld 10.800 roepia per kilo koffiebessen bedroeg.  

Hoewel de referentieprijs vrijwillig is, blijven de Fairtrade minimumprijs en -premie verplicht voor alle verkopen van Fairtrade koffie en bieden deze een vangnet dat veel boeren geholpen heeft om het hoofd boven water te houden tijdens de laatste crisis van de koffieprijs in 2019. Daarnaast initieert Fairtrade leefbaar inkomen-projecten met koffiebedrijven en producentenorganisaties om op verschillende manieren vooruitgang te boeken om de inkomstenkloof te dichten, bijvoorbeeld door opbrengsten te optimaliseren of het inkomen te diversifiëren, naast het betalen van de leefbaar inkomen referentieprijs.  

De nieuwe referentieprijs is het resultaat van een inclusieve ronde tafel-dialoog die opgestart werd door Fairtrade, met het Duurzame Koffieplatform van Indonesië (SCOPI), Indonesische koffieonderzoekers en belangrijke partners die de boeren, de industrie en de regering vertegenwoordigden. Uit dit proces bleek dat naast de prijs ook andere acties noodzakelijk zijn, zoals het verbeteren van de opbrengst, de kostenefficiëntie en het diversifiëren van het inkomen voor zeer kleine boerderijen.  

Zo stelde de rondetafelvergadering een doel voor een realistische gewasopbrengst met duurzame landbouwmethoden van 6.000 kilo koffiebessen per hectare. Ongeveer een vierde van de ondervraagde Fairtrade gecertificeerde boeren voldoet op dit ogenblik aan deze doelstelling, wat aangeeft dat er een grote behoefte is aan maatregelen om de productiviteit te verhogen. Daarnaast geven prijsmodellen ook aan dat men met een boerderij met een grootte van minder dan 1,3 hectare geen gemiddeld huishouden van vier personen zal kunnen onderhouden met koffie alleen, wat betekent dat huishoudens met een kleinere landoppervlakte een andere manier om inkomsten te genereren zullen moeten toevoegen.  

“Een eerste stap naar een leefbaar inkomen is om alle factoren te verduidelijken,” zegt Erwin Novianto, Regionaal Algemeen Directeur Zuidoost-Azië voor het Fairtrade Netwerk van Producenten in Azië en de Pacifische regio (NAPP). “Nu hebben we behoefte aan bedrijven die naar voren treden en hun verantwoordelijkheid nemen om leefbare inkomens in hun toeleveringsketens mogelijk te maken. Het gaat niet enkel om vandaag, maar ook over morgen. Als boeren hun families niet kunnen onderhouden, hoe kunnen ze dan investeren in hun boerderijen om een duurzame, kwalitatieve, klimaatbestendige koffieproductie in de toekomst te verzekeren?” 

“Voor ons is onze koffieboerderij de enige bron van inkomsten,” voegt Ara Siberani, voorzitter van de Fairtrade gecertificeerde Arinagata coöperatie nog toe. “Als koffieboeren verdienen we het om een fatsoenlijk leven te leiden, dat vergelijkbaar is met dat van mensen met andere beroepen. We vragen consumenten, regeringen en partners om ons te steunen, zodat we een welvarend leven kunnen opbouwen, voor de toekomst van onze kinderen en om op duurzame wijze koffie te kunnen telen.”