Geen koffiefeestje zonder jongeren
Geschreven door Jos Harmsen, Supply & Development, Fairtrade Nederland.
Covid-19 beheerst al maanden het nieuws. De laatste weken wordt daarbij steeds meer gewezen naar jongeren. Vooral zij vinden het moeilijk de maatregelen op te volgen. Ze missen dynamiek en samenzijn, die vooral jongeren op hun leeftijd zo nodig hebben. Thuisblijven, anderhalve meter afstand houden en louter virtuele contacten, dat past niet bij hun levenswijze.
JOngeren missen perspectief
Dat is in het Zuiden, de ontwikkelingslanden, niet anders. Ook daar zoeken jongeren naar een levendige omgeving met veel bedrijvigheid. Die is echter vaak ver te zoeken, vooral ook omdat er op veel plaatsen weinig perspectief op werk is. Het gebrek aan kansen voor jongeren op werk dat een fatsoenlijk inkomen én bestaanszekerheid biedt is een groeiend probleem. Wereldwijd was er nog nooit zo’n grote generatie jongeren, maar de helft ervan (bijna 800 miljoen) zit zonder Werk1. Maar liefst één op de vier jongeren kan geen werk vinden dat meer oplevert dan 1,25 dollar per dag, gezien als de ondergrens voor extreme armoede2. Als gevolg van de Covid-19 crisis is werkeloosheid onder jongeren verder gestegen en is er voor deze toch al kwetsbare groep nóg minder perspectief. Guy Ryder, de directeur van ILO concludeert somber:
“De pandemie raakt jongeren onevenredig hard. Covid-19 vernietigt hun werk en carrièreperspectief, verstoort hun scholing en heeft een ernstige impact op hun mentale welzijn”.
Geen brood in koffie
Vandaag, 1 oktober, is het International Coffee Day, waarbij dit jaar speciaal wordt stilgestaan bij de situatie van jongeren in koffiegebieden, zonen en dochters van hardwerkende koffieboeren. Ze zien vaak weinig brood in het leven op het platteland. Ze hebben hun ouders zien ploeteren, tegen schamele inkomsten. Ze zien maar al te vaak dat koffie verbouwen geld kost in plaats van geld oplevert. Ze zien de gevolgen van sterk fluctuerende prijzen, van het gebrek aan toegang tot start- en investeringskapitaal, van klimaatverandering voor koffieproductie en van de slechte onderhandelingspositie van boeren in de handelsketen. Naar schatting leven zo’n 4 miljoen van de meer dan 20 miljoen koffieboeren in de wereld onder de armoedegrens. Van de opbrengst van koffie is meestal niet fatsoenlijk te leven. Momenteel liggen de prijzen voor arabicakoffie rond de US$ 1,10 per pound (454 gram), terwijl de kostprijs in vele gebieden zeker 30% hoger ligt.
Lage inkomsten uit koffie betekenen voor de koffiegezinnen geringe koopkracht, waardoor ze minder besteden bij andere bedrijven, in winkels, horeca, etc. en ook zelf geen nieuwe werkgelegenheid kunnen scheppen via investeringen in de koffie. Daarmee neemt de werkgelegenheid in deze koffiestreken verder af. Is het dan vreemd dat de boerenjongeren naar de stad willen waar meer te beleven en meer werk te vinden is? Het platteland loopt leeg en onder koffieboeren vindt een sterke vergrijzing plaats. In Afrika is de gemiddelde boer volgens de Internationale Koffie Organisatie (ICO) maar liefst 60 jaar. In de landen van Latijns-Amerika, belangrijkste bron van onze koffie, ligt die leeftijd niet veel lager.
Op zoek naar dynamiek
Boeren in het netwerk van Fairtrade kijken deze ontwikkeling met lede ogen aan. De vergrijzing in de koffieteelt is één van hun grootste uitdagingen. Zonder jongeren die in de koffiesector aan de slag willen, gaat de kennis en het onderhoud van koffieplantages verloren en verdwijnt werkgelegenheid en dynamiek uit de koffiestreken. De vergrijzende koffiesector heeft deze jongeren hard nodig. Zij zijn de potentiële motor van verandering: ze zijn vaak ondernemender dan de oudere generatie, zullen vaker en sneller technologische innovaties aannemen en moderne landbouwtechnieken toepassen die cruciaal zijn om de productiviteit in de koffiesector te verhogen. De jonge generatie koffieboeren kun je echter alleen interesseren voor de koffiesector als koffie daadwerkelijk een rendabele optie is. En dat is precies waar Fairtrade zich voor inzet. Met de vaststelling van minimumprijzen (US$ 1,40 per pound voor arabica en US$ 1,01 voor robusta), en een premie van US$ 0,20 per pound, aangevuld met concrete programma’s in het veld, werkt Fairtrade aan de versterking van de positie van koffieboeren.
Kansen voor jongeren
Koffiecoöperaties onderkennen de vergrijzing als geen ander. Gesteund met onder meer inkomsten uit de Fairtrade premie, initiëren zij programma’s specifiek gericht op jongeren. Zo geven coöperaties in Nicaragua en Colombia jongeren goedkope leningen om een stuk land te kunnen bemachtigen en zo als koffieboer te beginnen. Andere organisaties in bijvoorbeeld Peru en Colombia concentreren zich juist op werkzaamheden op het niveau van de coöperatie, zoals kwaliteitscontrole, productie van biologische mest, beheer van een mestdepot of koffiekwekerij of werk in een koffieverwerkingsfabriek. Ook worden in verschillende coöperaties, zoals in Honduras, jonge barista’s opgeleid om lokaal in een koffiecafeetje aan de slag te kunnen. Voor andere jongeren betalen coöperaties vervolgopleidingen en universitaire studies, niet alleen om hen te bekwamen op landbouwgebied maar ook in bedrijfskunde, financieel management en leidinggeven, met de hoop dat ze daarna terugkeren om het management van de coöperatie of de koffiefabriek te versterken. Veel aandacht gaat er tevens naar de gevolgen van klimaatverandering. In Kenya bijvoorbeeld wordt jongeren geleerd om bio-mestinstallaties te bouwen, die het forse gebruik van brandhout voor het koken tegen moeten gaan. Fairtrade helpt dergelijke programma’s voor koffiejongeren mogelijk te maken, óf voor een beter toekomstperspectief als koffieboer of -boerin óf voor kansen op beter werk in hun eigen koffiegemeenschap. Zo draagt Fairtrade enerzijds bij aan de toekomst van jongeren, anderzijds aan het terugdringen van de vergrijzing en daarmee aan de toekomst van de koffiesector.
Koffiefeestje?
Daarmee helpt Fairtrade ook mee aan het veiligstellen van ons favoriete bakje koffie voor de toekomst. Niet onbelangrijk want met 110 miljoen kg, goed voor 1800 olympische zwembaden vol koffie, zijn we in Nederland een van de grootste consumenten ter wereld. Als de gehele industrie en retail dezelfde keuze zou maken, zou er met de huidige prijzen jaarlijks meer dan € 100 miljoen extra aan koffieboeren betaald worden. De vraag is dan of jongeren nog wegtrekken van het koffieplatteland. Van deze International Coffee Day zouden we door samen het verschil te maken gewoon een lekker koffiefeestje kunnen maken.
[2] Zie een rapport van Solutions for Youth Employment (S4YE), een coalitie waarin ook de Wereldbank en de ILO deelnemen: https://www.s4ye.org.